‘Nieuwe pensioen biedt volop kansen, maar goede begeleiding is cruciaal’
Na jaren gesteggel is het zover: het nieuwe pensioenstelsel is door de Eerste Kamer. De Wet toekomst pensioenen gaat daarmee op 1 juli in. Dit betekent dat uitvoerders voor een complexe megaoperatie staan. Ondertussen kijken werkgevers vooral nog de kat uit de boom. Eén groep is opvallend relaxed: pensioenverzekeraars en met name premiepensioeninstellingen (PPI). ‘Wij werken al met een afgesproken premie en een eigen potje. De crux zit in heldere uitleg en begeleiding.’

Het nieuwe pensioenstelsel heeft de beeldvorming niet mee. Zitten alle negen miljoen pensioenopbouwende of -genietende Nederlanders straks opgescheept met een ‘casinopensioen’? ‘Nee, niet meer of minder dan voorheen’, vindt pensioenrechtdeskundige professor Erik Lutjens van de VU Amsterdam. ‘Het nieuwe stelsel is in veel opzichten een verbetering. Het defined benefit-stelsel, waarbij je een pensioen krijgt beloofd dat is gerelateerd aan je salaris, is niet bestand tegen de tand des tijds. Om de vaste maandelijkse uitkering voor pensioengerechtigden te kunnen garanderen, moesten pensioenfondsen heel behoudend beleggen en grote buffers aanhouden. Indexeren mocht pas als de reserves groter waren dan 110 procent van de verplichtingen.’
Dekkingsgraad
De zwakte van het huidige systeem bleek keihard in 2008. Lutjens: ‘Door de financiële crisis waren de beleggingsresultaten negatief en slonken de reserves snel. Daardoor mochten de pensioenfondsen jarenlang de uitkeringen niet verhogen. In een aantal gevallen zijn ze in die jaren zelfs nominaal verlaagd. Sommige gepensioneerden gingen er in koopkracht tot wel 25 procent op achteruit.’ Vooral de dekkingsgraad en de berekening op actuele marktrente, ingevoerd om de buffer voor volgende generaties te bewaken, werd een steen des aanstoots. ‘Daarnaast is het huidige stelsel niet transparant. Er zitten allerlei voorwaarden en overdrachten in die voor deelnemers niet te snappen zijn, en daardoor moeilijk te accepteren. Als je in de praktijk ziet dat er op de beurzen jarenlang flinke winsten worden behaald en de pensioenkassen uitpuilen, maar je pensioen toch niet wordt geïndexeerd, is dat funest voor het vertrouwen.’
Pensioenfondsen hoeven straks geen grote buffers meer aan te houden en kunnen daardoor eerder indexeren
Veel transparanter
Het nieuwe stelsel gaat straks niet meer uit van defined benefit maar van defined contribution, ofwel premieovereenkomsten. Niet de hoogte van de uitkering aan het eind staat vast, maar wel de premie die werkgever en werknemer erin stoppen: de maandelijkse inleg. ‘Veel transparanter’, vindt Lutjens. ‘Dat potje wordt door je pensioenfonds belegd, flexibeler dan nu. Ze hoeven straks geen grote buffers meer aan te houden en kunnen daardoor eerder indexeren.’
Ook opvallend: de premie is straks voor alle deelnemers een gelijk percentage van het loon, ongeacht de leeftijd. Lutjens: ‘Bij defined benefit regelingen is er sprake van overdracht van jong naar oud. De gelijke premie is voor jongeren hoger dan de kostprijs, voor ouderen lager dan de kostprijs, en daarvan wordt een deel overgedragen.’
Straks is die premie nog steeds gelijk, maar wordt die overdracht afgeschaft; de premie voor jouw pensioen blijft ook echt specifiek voor jou. ‘Die verandering is nadelig voor mensen die pas op latere leeftijd beginnen met pensioenopbouw. Bij beleggen is het immers zo dat je meer vermogen kunt opbouwen naarmate je langer belegt dankzij rendement over rendement. Jongeren kunnen in het nieuwe stelsel al vanaf 18 jaar starten met pensioenopbouw, en profiteren daar dan optimaal van. Begin je pas later met opbouwen – zo rond de 40, 42 jaar – dan mis je die langetermijn-bonus maar mag je volgens de huidige opzet ook niet extra inleggen. In zulke gevallen is het verstandig om zelf voor een extra aanvulling te zorgen.’

Partnerpensioen als verzekering
Een andere ingrijpende verandering in het nieuwe stelsel is het partnerpensioen. Lutjens: ‘Er komt een uniforme partnerdefinitie, waarbij je altijd verplicht op risicobasis bent verzekerd bij overlijden vóór de pensioendatum, maar waarbij je alleen dekking hebt zolang je deelnemer bent. Eindigt het contract of dienstverband en begin je bijvoorbeeld voor jezelf, dan vervalt het partnerpensioen. Dit is wel enigszins verzacht doordat de dekking blijft bestaan tijdens ontvangen van een WW- of ziekte-uitkering en hiernaast ook standaard voor een periode van drie maanden. Daarna kun je de dekking wel vrijwillig voortzetten, maar dan gaat die premie af van jouw opgebouwde potje voor ouderdomspensioen. Straks is dat partnerpensioen op risicobasis de enige toegestane vorm bij overlijden voor de pensioendatum. En het wegvallen van inkomen bij overlijden van je partner is natuurlijk heel ingrijpend. Dat is wéér iets in het nieuwe stelsel waar je je als deelnemer heel bewust van moet zijn.’
Een andere veelbesproken verandering is de mogelijkheid om bij pensionering tot 10 procent van je opgebouwde pensioenvermogen voor ouderdomspensioen ineens te laten uitkeren. Dat is handig als je bijvoorbeeld je hypotheek (deels) wilt aflossen of op wereldreis wilt, maar het is wel een keuze met tricky fiscale kantjes. En er blijft minder over voor je latere pensioen.
Solidaire component
Is het nieuwe stelsel volledig “ieder voor zich”? Toch niet, weet Lutjens: ‘Een van de varianten van de nieuwe pensioenregeling is de solidaire premieovereenkomst. Daarbij is sprake van collectieve beleggingen en een verplichte solidariteitsreserve. Een pensioenfonds kan tot 10 procent van de inleg van de deelnemers in die reserve stoppen waaruit financiële tegenvallers kunnen worden gedeeld, om al te sterke schommelingen in de uitkeringen te temperen. Dit is een solidaire component in een individueel systeem. De verwachting is dat de meeste bedrijfstakpensioenfondsen daarvoor kiezen.’
Dat moet de komende tijd blijken. De fondsen en uitvoerders per sector zijn nu aan zet om met vakbonden en brancheorganisaties de exacte invulling en bijvoorbeeld de premiepercentages te bepalen. Volgende stap is het “invaren” van de bestaande pensioenvermogens in het nieuwe potjes-systeem. Dat wordt een rekenkundige tour de force: de € 1.800 miljard pensioenvermogen (stand eind 2021) voor ruim 9 miljoen Nederlanders moet eerlijk worden verdeeld over miljoenen specifieke potjes, naar rato van werkhistorie, inleg en inmiddels behaald rendement, die vanaf uiterlijk 2028 via beleggen verder moeten gaan groeien.
Tijdlijn: de stappen richting het nieuwe pensioen
1 juli 2023: wet van kracht Vanaf 1 juli 2023: afstemming per sector tussen pensioenfondsen, werkgeversorganisaties, vakbonden en medezeggenschap, gevolgd door “invaren” huidige pensioenvermogens in nieuwe individuele potjes. 1 jan 2028: alle regelingen conform nieuwe wet.
Nu al klaar voor
Zo ingrijpend als de transitie is voor de traditionele pensioenfondsen, zo weinig schokkend is die voor pensioenuitvoerders, zoals pensioenverzekeraars en premiepensioeninstellingen (PPI’s). Zij bieden pensioenoplossingen voor bedrijven die niet verplicht zijn aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds. In Nederland bouwen ongeveer een miljoen werknemers via een PPI aan hun pensioen. Met 340.000 deelnemers is Aegon Cappital daarin de grootste. Op het hoofdkantoor in Den Haag zien ze de overgang met vertrouwen tegemoet. ‘De manier waarop wij al elf jaar pensioenopbouw doen, lijkt sterk op hoe het straks werkt in het nieuwe stelsel’, schetst CEO Marianne de Boer. ‘Met een afgesproken premie en een eigen potje, waarmee wij beleggen voor een goed pensioen.’
Terwijl de invoering dichterbij komt, lijkt de interesse bij werkgevers wat af te nemen. Het duurt ze wat te lang, waardoor ze nu liever even afwachten
Urgentie neemt toe
Aegon Cappital kan werkgevers al vanaf 1 juli overzetten naar het nieuwe stelsel. ‘Doordat we al werken met een afgesproken premie en een eigen potje, kunnen we nu al offertes uitbrengen op basis van de nieuwe regels.’ Het loopt nog geen storm, erkent ze. ‘Terwijl de invoering dichterbij komt, lijkt de interesse bij werkgevers wat af te nemen. Het duurt ze wat te lang, waardoor ze nu liever even afwachten.’ Onverstandig, vindt De Boer, want zo’n nieuwe regeling moet ook uitgebreid door de molen van de OR, en de deadline van 1 januari 2028 verschuift niet. Daardoor neemt de urgentie alleen maar verder toe. ‘Als alle ondernemers nu afwachten, zijn er straks niet genoeg adviseurs om alle werkgevers en werknemers goed te adviseren over alle veranderingen. Want mind you: er zitten veel grote en kleine veranderingen in het systeem. Daar moet je wel over communiceren. Anders is de kans groot dat mensen onverzekerd raken.’
Vijfjaarlijkse pensioen-APK
Daar zit voor De Boer nog een punt van zorg: Nederlanders weten bar weinig van de nieuwe wetgeving. ‘Recent onderzoek van Motivaction liet zien dat bijna 80 procent van de ondervraagden nog nooit iets over het nieuwe pensioen had gehoord of gelezen. Slechts 40 procent van alle mensen die pensioen opbouwen, weet dat je straks kunt bijsparen in je pensioenregeling en keuze krijgt in je beleggingsrisico. Mensen zijn daar nog veel te weinig mee bezig. Hoeveel mensen checken regelmatig hun pensioenoverzicht? Bij ons is dat 38 procent en dat is al hoger dan marktgemiddeld. Ja, als mensen voorbij de zestig zijn, gaan ze eens kijken. Maar dat is te laat. Het gaat wel om je salaris voor later! Dat pensioenbewustzijn moet echt hoger. Zeker onder het nieuwe stelsel. Dan komt het nog meer aan op je eigen keuzes!’
Aegon en a.s.r.
Aegon is voornemens zijn Nederlandse activiteiten samen te voegen met a.s.r., waardoor een toonaangevende Nederlandse verzekeringsmaatschappij ontstaat. Het merk a.s.r. wordt leidend voor de combinatie. Het merk Aegon blijft tot drie jaar na de afronding van de transactie, die in de tweede helft van 2023 wordt verwacht, in gebruik voor pensioenen en hypotheken. Voor klanten en adviseurs verandert er tot aan de afronding van de transactie met a.s.r. niets. Op lange termijn zullen zij profiteren van een breder productaanbod, betere dienstverlening aan klanten en meer financiële stabiliteit. De merknamen van de overige onderdelen van Aegon, waaronder TKP, Knab, Robidus en Nedasco, veranderen niet.
Daarom pleit De Boer voor meer aandacht voor financiële planning in het onderwijs en voor een vijfjaarlijkse pensioen-APK. ‘Bij een hypotheek is er ook zo’n verplicht checkmoment met je adviseur; dat zou bij belangrijke life-events ook voor je pensioen nuttig zijn – denk aan een geboorte, scheiding, ontslag of juist een nieuwe baan of eigen bedrijf.’ Adviseurs spelen daarin een grote rol. De Boer: ‘Een persoonlijk gesprek is cruciaal. Bij belangrijke keuzes wil je als werkgever of werknemer het liefst van een mens horen of je de juiste keuze maakt, en of je geen belangrijke dingen over het hoofd ziet.’ Aegon Cappital zelf mag volgens de wetgeving niet direct adviseren aan deelnemers. Die verantwoordelijkheid ligt bij de financieel adviseurs. De Boer: ‘We spelen uiteraard wel een belangrijke rol in de communicatie naar de deelnemers. Via ons portaal en de pensioenplanner begeleiden we ze bij hun keuzes van vandaag die van grote invloed zijn op later.’
Marlies Hensen, is zo’n financieel adviseur. Zij is als adviseur Arbeidsvoorwaarden werkzaam bij Herenvest in Haarlem. Dit onafhankelijk advieskantoor is sinds drie jaar onderdeel van het Zweedse Söderberg & Partners, een internationale adviesgroep die eerder in hun thuisland een aantal jaren geleden al zo’n pensioentransitie begeleidde. Via partners zoals Herenvest gebruikt het die ervaring en de daarvoor ontwikkelde tooling nu ook in Nederland, met een team van 9 pensioenspecialisten voor zo’n 230 middelgrote mkb-bedrijven.

Fabels en spookverhalen
Hensen vindt het nieuwe pensioen beter, logischer en verklaarbaarder, maar de transitie is voor veel ondernemers en medewerkers uitdagend. Wat haar vooral opvalt: er bestaan veel fabels en spookverhalen over het nieuwe stelsel. ‘Zoals dat het allemaal slechter wordt. Dat je straks tot je 75e moet werken. Of dat je met lege handen komt te staan als het tegenzit op de beurs.’ Op allerlei manieren probeert ze die te ontkrachten en mensen een zo reëel en eerlijk mogelijk beeld te geven. ‘We doen dat enthousiast en op allerlei denkbare manieren: met plenaire presentaties, workshops, ontbijt-/lunch- en pizzasessies, QR-inlogs op het pensioenoverzicht en beeldbellen en schermdelen met fintech-toepassingen en in Zweden ontwikkelde advies-software.’ Intens werk, want er is veel uit te leggen. Hoewel ook zij merkt dat veel bedrijven zich afwachtend opstellen als het gaat om het nieuwe pensioen, ziet ze ook bedrijven die al snel over willen. ‘Met name bij bedrijven die al een goede pensioenregeling hebben en een serieus HR-apparaat. Die willen ook hiermee vooroplopen.’
Er bestaan veel fabels en spookverhalen over het nieuwe stelsel. Zoals dat het allemaal slechter wordt
Extra personeel
Dinsdag 30 mei stond roodomrand in haar agenda. Bij een ‘ja’ van de Eerste Kamer gaat het stormen. ‘We hebben twee extra collega’s aangenomen om werkgevers en werknemers versneld te kunnen adviseren. Hoe vroeger je daarmee begint, hoe beter. Als wij tijdig kunnen uitleggen wat er op bedrijven af komt, en als onze klanten hun werknemers dan tijdig een rol kunnen geven in de zeggenschap en de manier waarop ze het nieuwe pensioenstelsel in hun organisatie willen vormgeven, dan doen we het goed. Kijk naar voren, wat zie je dan, en hoe richt je dat optimaal in? Als mensen dan zo’n lampje boven hun hoofd krijgen, ben ik blij.’
Geen “casinopensioen”
Tot slot, die andere hamvraag: is het nieuwe stelsel netto gunstiger? Ja, stelt VU-hoogleraar Lutjens. ‘Alle grote rekenmeesters, van Sociaal Planbureau tot DNB, hebben allerlei varianten doorgerekend. Stuk voor stuk concluderen zij dat dit nieuwe stelsel in de meeste economische scenario’s tot betere pensioenen leidt. Met name dankzij eerdere indexatie. Natuurlijk voelt het spannend als je pensioen straks afhangt van beleggingsresultaten. Maar strikt genomen was dat eerder ook al. Dus nee, het wordt geen “casinopensioen”.’
Luister ook naar de BNR’s Big Five van het nieuwe Pensioen
In de week van 8 mei interviewde BNR-presentator Diana Matroos elke werkdag een expert over het nieuwe pensioenstelsel: Martine Wolzak (politiek verslaggever bij het FD), Hans van Meerten (hoogleraar Europees pensioenrecht en advocaat), Joanne Kellermann (bestuursvoorzitter van Pensioenfonds Zorg en Welzijn), Marike Knoef (hoogleraar economie aan de Tilburg University) en Tuur Elzinga (FNV-voorzitter). Luister de afleveringen hieronder terug en dompel jezelf nog verder onder in het nieuwe pensioenstelsel.
Lees ook: Mobiliteitsspecialist fleetkennis is nu al over op het nieuwe pensioen