‘Strategische samenwerking is nodig om de transportsector te verduurzamen’
De verduurzaming van bedrijven in de sector transport en logistiek is in volle gang. Ondernemingen ervaren de urgentie en zoeken meer dan ooit de samenwerking met andere ketenpartners. Maar er is ook nog een weg te gaan. Albert Jan Swart, sectoreconoom bij ABN AMRO: ‘Ik verwacht de komende vijf jaar een flinke versnelling van het verduurzamingstempo.’
Bedrijven met zware bedrijfsvoertuigen zijn flink aan het verduurzamen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bedroeg hun CO2-uitstoot vijftien jaar geleden nog tien megaton, in 2022 was dat nog 6,3 megaton, een daling van 37 procent. ‘Die daling is vooral een gevolg van strengere normen, onder andere voor dieseltrucks’, zegt Albert Jan Swart, die als sectoreconoom bij ABN AMRO de economische cijfers en verwachtingen voor de transportsector monitort.
Nederland bij koplopers
De Nederlandse transportsector hoort bij de koplopers wat betreft verduurzaming. Swart: ‘Nederland heeft op Oostenrijk en Denemarken na het nieuwste wagenpark van Europa. De accijnzen hier zijn relatief hoog, waardoor het vervangen van een oude truck door een minder vervuilend model sneller loont.’ Ook de batterijtechnologie en laadmogelijkheden verbeteren. ‘Vijf jaar geleden konden e-trucks nog geen honderd kilometer rijden op een volle accu, nu is dat al zo’n vijfhonderd kilometer. En die actieradius wordt steeds groter.’
Explosieve groei
Dat elektrisch rijden in de transportsector aan populariteit wint, blijkt ook uit cijfers van de ACEA, de brancheorganisatie van de Europese auto-industrie. In Nederland was in de eerste helft van 2024 vier procent van alle nieuwe trucks volledig elektrisch. In de Europese Unie als geheel was dit slechts 1,9 procent. Alleen in Denemarken en Zweden lag het percentage elektrische trucks hoger dan in Nederland. Swart: ‘Dit laat zien hoe toonaangevend wij als klein land zijn binnen de internationale wereld van transport en logistiek.’
Grote ambities
Dat Nederland zoveel vaart maakt, is volgens Swart hard nodig. ‘Als we de gestelde ambities waar willen maken, is er de komende vijf jaar een vertienvoudiging van het aantal e-trucks nodig. In het klimaatakkoord is tenslotte afgesproken dat minimaal dertig steden een zero-emissiezone voor stadslogistiek invoeren. Dat betekent dat er dan zo’n 16.000 e-trucks nodig zijn om in die zones dezelfde hoeveelheid goederen te kunnen vervoeren als nu.’ In dat licht moet er volgens Swart nog veel gebeuren. ‘De Nederlandse sector beschikt in totaal over zo’n 160.000 trucks. Daarvan zijn er nu nog maar zo’n 1.500 elektrisch.’
Duurzaam wordt goedkoper
Wat enorm gaat helpen bij die versnelling is een verdere daling van de kosten van elektrische trucks, terwijl het gebruik van diesel steeds duurder wordt. Swart: ‘Daardoor komt de omslag van de Total Cost of Ownership (TCO) in zicht. Dat betekent dat de totale kosten van elektrische voertuigen, voor zowel de aanschaf als het gebruik, op een zeker moment lager zullen zijn dan de totale kosten van dieseltrucks. De verwachting is dat die omslag er binnen drie tot vier jaar komt, onder meer door de vrachtwagenheffing, een nieuw emissiehandelssysteem voor het wegvervoer en technologische innovatie. Op dat moment wordt het voor bedrijven in deze sector financieel gezien een stuk aantrekkelijker om te verduurzamen.’
Plantaardige brandstoffen
De CO2-uitstoot van de transportsector daalt overigens niet alleen dankzij de aanschaf van schonere trucks. Swart: ‘Het is een hele waaier aan initiatieven die maakt dat de CO2-uitstoot in deze sector dalende is. Wat te denken van tanken met transitiebrandstoffen zoals HVO-diesel, gemaakt van onder andere gebruikt frituurvet. Afhankelijk van de samenstelling kunnen deze zorgen voor een aanzienlijke CO2-reductie. Steeds meer transportbedrijven maken daar samen met hun opdrachtgevers gebruik van. Hierin ligt nog potentie, mits de hogere kosten kunnen worden doorberekend aan de klant.’
Sectorbanker Bart Banning over het mkb
Ook mkb-bedrijven in de sector transport en logistiek zetten grote stappen richting een duurzamere toekomst. Bart Banning, sectorbanker bij ABN AMRO, laat zien waar nog kansen liggen voor het mkb.
Ritten combineren
Daarnaast investeren bedrijven vaker in routeoptimalisatie. Door ritten met elkaar te combineren en de belading van de voertuigen te optimaliseren, al dan niet met inzet van kunstmatige intelligentie, kunnen bedrijven veel uitstoot voorkomen. Maar ook trainen ze hun chauffeurs nu om zuiniger te rijden. Het draagt allemaal bij aan een kleinere voetafdruk. Swart: ‘Veel ondernemers zijn gemotiveerd om hun uitstoot te verlagen. Niet alleen omdat wet- en regelgeving zoals de vrachtwagenheffing hen hiertoe dwingt, maar ook omdat opdrachtgevers het steeds vaker eisen. En ook wij als bank hebben een verantwoordelijkheid om het transitiepad naar verduurzaming samen met onze klanten te realiseren. De druk om te verduurzamen neemt kortom van alle kanten toe.’
Veel fusies en overnames
De sterke consolidatie in de transportsector draagt bij aan de verduurzaming. Swart: ‘Schaalvergroting helpt bedrijven bij het verduurzamen van hun dienstverlening en het wagenpark. Elektrificatie is bijvoorbeeld een ingrijpende operatie. Niet alleen omdat ondernemingen e-trucks moeten aanschaffen, maar ook omdat zij in laadpalen moeten investeren en in hun planning rekening moeten houden met de beperktere actieradius en laadpauzes.’ Schaalvergroting is des te meer nodig omdat de marges in de sector doorgaans dun zijn. Swart: ‘Krachten bundelen maakt de investeringen in kennis, ervaring en het juiste materieel haalbaar. Het is financieel gezien tenslotte makkelijker om een e-truck aan te schaffen als je over een vloot beschikt van duizend trucks, dan wanneer je maar twintig trucks op de weg hebt rijden.’
Meer samenwerking
Swart signaleert ook meer samenwerking in de keten. ‘Grote opdrachtgevers nemen vaak een voortrekkersrol in op het gebied van duurzaamheid. Ze hebben er dus belang bij dat de transportonderneming waarmee ze zakendoen ook duurzaam opereert. Zo stimuleren ze elkaar.’ Ook op bedrijventerreinen slaan transportondernemingen en opdrachtgevers vaker de handen ineen. Swart: ‘Ze wisselen stroom uit, delen laadpunten en stemmen energiegebruik op elkaar af. Dat vergt veel overleg en plannen, maar levert ook veel op.’
Toekomstige generaties
Het sentiment onder zowel ondernemers als medewerkers is in ieder geval positief. Swart. ‘Ik ken geen chauffeur die na een overstap op elektrisch terug wil naar diesel. Het rijcomfort van een elektrische truck is groter, de truck is geruisloos en de omgeving reageert er positief op. Er zijn ook heel wat koplopers in de sector die duurzaamheid echt bovenaan de agenda hebben staan. Denk aan Vos Logistics, maar ook Koninklijke Euser, E. van Wijk en Oegema Transport, om er maar een paar te noemen. Daarnaast bestaat deze sector voor 95 procent uit familiebedrijven. Die richten zich op de lange termijn en willen goed zorgen voor hun omgeving en toekomstige generaties. Verduurzaming past heel goed in dat straatje.’
Betrouwbare overheid is essentieel
Swart voorziet een duurzamere toekomst voor de sector. ‘Het is echter essentieel dat de overheid afspraken nakomt en uitvoert. Sommige grote wegvervoerders hebben nu al investeringsplannen gemaakt tot 2035, vaak in samenwerking met klanten en sterk gericht op verduurzaming. Een wisselend duurzaamheidsbeleid is dus funest voor het vertrouwen van ondernemers. En dat is wel wat ondernemers ervaren. Daardoor hapert de investeringsbereidheid.’ De meeste ondernemers zien wel de noodzaak tot verduurzaming. Zeker de grootzakelijke ondernemingen, die vrijwel allemaal CSRD-plichtig zijn. Swart: ‘Waar het een paar jaar geleden nog vooral ging over de onmogelijkheden en hoge kosten van verduurzaming, gaat het nu vooral de mogelijkheden ervan. Die draai is inmiddels wel gemaakt.’
‘We zijn per definitie gericht op continuïteit’
CEO Bas Euser is de derde generatie bij Koninklijke Euser. Dit familiebedrijf is met vijfhonderd trekkende wagens en 250 opleggers een van de grootste logistieke dienstverleners van Nederland en is vooral actief in de AGF, food, horeca en farmadistributie. Het bedrijf heeft nu zo’n twintig elektrische vrachtwagens.
Euser: ‘Mijn gesprekken met klanten zijn vandaag de dag echt anders dan een aantal jaren geleden. Prijs is natuurlijk nog steeds belangrijk, maar klanten zijn er minder gefocust op. Ze willen samen met ons kijken hoe we het vervoer zo efficiënt en schoon mogelijk kunnen krijgen. Daarvoor maken we veel gebruik van data.’
Betrouwbare partner
De afspraken met klanten zijn meer dan ooit voor de lange termijn. Euser: ‘We kijken nu wel tien jaar vooruit. Dat is nodig om onze investeringen te kunnen laten renderen en er zeker van te zijn dat we ook over tien jaar nog met deze klant zakendoen. Dan moet je een betrouwbare partner zijn voor elkaar. Omgekeerd is het namelijk voor de klant ook fijn dat ook wij ons voor een langere periode committeren. Niet elke truck mag tenslotte de binnensteden in. Als wij opeens stoppen met leveren, dan kan een klant ook in de problemen komen. Strategische samenwerking is vandaag de dag dan ook waar het om draait.
Samenwerking
De samenwerking met andere ketenpartners betreft bijvoorbeeld ook het laden van de e-trucks. ‘Ook daarover maken we afspraken met klanten maar bijvoorbeeld ook met andere transportbedrijven. Als we op onze locatie bijvoorbeeld capaciteit over hebben, mogen onze klanten ook hun e-trucks bij ons opladen. En vice versa.’
Als familiebedrijf past de langetermijnvisie het bedrijf als een handschoen. Euser: ‘We zijn per definitie gericht op continuïteit. En we willen graag goed doen voor onze klanten, onze omgeving en de generaties die komen. Ik vind het een mooie uitdaging om samen met klanten te kijken naar hoe we slimmer en schoner kunnen vervoeren.’