Direct naar de content
Dit artikel wordt u aangeboden door ABN AMRO Zakelijk
De redactie van Het Financieele Dagblad draagt voor deze inhoud geen verantwoordelijkheid.

‘Reductie van CO₂-uitstoot in de industrie vraagt om lange adem’

De industrie is de sector met de hoogste CO2-uitstoot. Om die te verlagen, moeten de grote uitstoters gebruik maken van hernieuwbare energie, zoals groene waterstof. Dat vraagt om grote investeringen. ‘Het laaghangende fruit is al geplukt, we moeten op zoek naar hoogwaardige oplossingen die echter veel tijd kosten’, schetst David Kemps, sectorbanker bij ABN AMRO.

David Kemps, sectorbanker Industrie bij ABN AMRO: ‘Grote beursgenoteerde bedrijven moeten hun keten steeds meer in kaart kunnen brengen.’

Momenteel zijn er circa 90.000 bedrijven in Nederland actief in de industrie. Maar zo breed als de sector is, zo divers is deze ook. ‘Tekenend voor de industrie is dat bij wijze van spreken slechts een handjevol bedrijven een enorme stempel drukken op de CO2-uitstoot’, zegt David Kemps, sectorbanker voor de industrie bij ABN AMRO en in die hoedanigheid ook een klankbord voor ondernemers, investeerders en andere stakeholders. ‘De gehele industrie stoot zo’n 50 megaton CO2-equivalent uit. Ongeveer de helft daarvan komt van slechts tien grote bedrijven.’ 

Het overgrote deel van deze sector bestaat uit midden- en kleinbedrijven, die veel minder vervuilend zijn

David Kemps
Sectorbanker industrie bij ABN AMRO

‘Ter vergelijking: de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland bedroeg in 2023 zo’n 147 megaton’, aldus Kemps die als sectorbanker de trends en ontwikkelingen volgt binnen de industrie. Dat maakt deze sector ook zo bijzonder. Kemps: ‘Men denkt bij industrie al snel aan de grote uitstoters, maar het overgrote deel van deze sector bestaat uit midden- en kleinbedrijven, die veel minder vervuilend zijn, bijvoorbeeld metaalbewerkers of machinebouwers.’ 

Chemie bespaart al 

De emissiereductie in de sector komt maar mondjesmaat tot stand. Kemps: ‘De industrie moet ten opzichte van 1990 in 2030 de CO2-uitstoot met 66 procent hebben gereduceerd. In 2022, het jaar dat veel productie kwam stil te liggen, lag de CO2-uitstoot 43 procent lager dan in 1990. Zelfs dan is het nog lang geen 66 procent.’ Uit nieuwste cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) blijkt zelfs dat per ton product die de Nederlandse industrie produceert, de CO2-uitstoot juist is gestegen ten opzichte van twee jaar geleden.
Maar ook in dit geval mogen we de sector niet generaliseren. Kemps: ‘Chemiebedrijven zijn bijvoorbeeld al tientallen jaren bezig met het besparen van energie om hun energierekening zo laag mogelijk te houden en hun uitstoot van schadelijke stoffen te beperken. Die hebben al heel wat stappen gezet. En de afgelopen tien jaar ook steeds meer op het gebied van duurzaamheid, zoals het gebruik van biogrondstoffen in plaats van fossiele grondstoffen.’ 

Er gaan voor chemiebedrijven jaren overheen voordat de investeringen worden terugverdiend

David Kemps
Sectorbanker industrie bij ABN AMRO

Laaghangend fruit geplukt 

De veelal beursgenoteerde chemiebedrijven hebben inmiddels al het laaghangend fruit wel geplukt als het gaat om energiebesparing. Kemps: ‘Het gaat nu om maatregelen zoals de inzet van hernieuwbare energie, elektrificatie van processen, CO2-afvang en de overstap naar waterstof als drager van energie. En voor de duidelijkheid: het gaat om meerjarenplannen bij dit soort kostbare en complexe verduurzamingstrajecten. Er gaan jaren overheen voordat die investeringen worden terugverdiend. Bovendien bedienen de grote chemieconcerns een wereldmarkt en maken ze daarom steeds weer de afweging of investeren in duurzaamheid in Nederland nog loont, of dat ze de productie beter kunnen overhevelen naar een land met minder strenge regelgeving.’ 

Focus op materialen 

Energiebesparing is binnen de subsectoren kunststofbewerkers en de verpakkingsmiddelenindustrie weer een heel andere uitdaging. De productie van granulaat – grondstof in de vorm van de plastic korrels – laat een flinke voetafdruk na vanwege het grote energieverbruik en het gebruik van fossiele grondstoffen. Kemps: ‘Maar de Nederlandse bedrijven in de sector produceren het plastic niet zelf. Ze zijn de afnemer en bewerker. Ze kunnen hun processen zo energie-efficiënt mogelijk inrichten en elektrificeren, maar veel meer kunnen ze niet doen. Daarom maken ze steeds vaker gebruik van biogebaseerde kunststoffen of gerecyclede kunststof. Denk aan een bedrijf als Corbion, dat van melkzuur uit suiker kunststof weet te maken, of aan het bedrijf Rodenburg Biopolymers, dat in staat is bioplastic te maken van aardappelschillen van een frietfabrikant.’  

Bedrijven die hun footprint inzichtelijk kunnen maken, zijn in het voordeel ten opzichte van hun concurrenten

David Kemps
Sectorbanker industrie bij ABN AMRO

CSRD-richtlijnen 

Vanuit regelgeving wordt steeds meer naar de uitstoot binnen de hele keten gekeken, met als gevolg dat ook kleinere bedrijven verantwoording moeten afleggen. Te denken valt aan de nieuwe Europese CSRD-richtlijn voor verplichte duurzaamheidsrapportage. Kemps: ‘Grote beursgenoteerde bedrijven moeten hun keten steeds meer in kaart kunnen brengen en verantwoording afleggen over hun CO2-footprint door de keten heen. En dat legt weer druk op midden- en kleinbedrijven die aan hen leveren. Ook zij moeten weten wat hun individuele footprint is. Bedrijven die dat al inzichtelijk kunnen maken zijn dan ook in het voordeel ten opzichte van hun concurrenten. Zij kunnen makkelijker zakendoen met ondernemingen die CSRD-plichtig zijn en inschrijven op openbare aanbestedingen.’  

Digitaal grondstoffenpaspoort

De laatste jaren komt er überhaupt veel nieuwe wet- en regelgeving op de industrie af. Kemps: ‘Denk aan het verbod op kunststofverpakkingen voor eenmalig gebruik of het verbod op het gebruik van PFAS.’ Sinds juli 2024 is in de EU bovendien een nieuwe verordening van kracht: de ESPR. Kemps: ‘Deze stelt dat alle productgroepen energiezuiniger en meer circulair moeten worden ontworpen. Elk product krijgt op termijn als het ware een digitaal grondstoffenpaspoort. Zo’n regel heeft een flinke impact op de industrie.’

Sectoreconoom Albert Jan Swart over het mkb

Ook kleine en middelgrote bedrijven in de industrie moeten verduurzamen. ‘Dat betekent vooral dat ze innovatiever moeten worden’, zegt Albert Jan Swart, sectoreconoom Industrie bij ABN AMRO.

Lees verder op bnr.nl.

Overstap naar groene waterstof 

Maar de grootste uitdaging bij de energie-intensieve sectoren zoals de chemie, staalproductie en oppervlaktebehandeling ligt op dit moment in het op de schop nemen van de energievoorziening. De energie-intensieve bedrijven staan voor grote investeringen om bijvoorbeeld over te stappen op groene waterstof. Dat zijn buitengewoon complexe en dure projecten.’ 

Waterstof integreren in je eigen processen is al een uitdaging op zich, maar groene waterstof moet eerst nog worden geproduceerd en getransporteerd

David Kemps
Sectorbanker industrie bij ABN AMRO

Nieuwe infrastructuur 

De opgave is des te groter omdat bedrijven voor dit laatste ook afhankelijk zijn van de overheid. Kemps: ‘Waterstof integreren in je eigen processen is al een uitdaging op zich, maar die groene waterstof moet eerst worden geproduceerd en getransporteerd. Dat vraagt om een nieuwe infrastructuur. Er zijn meer windparken op zee nodig om voldoende groene stroom op te wekken, er moeten waterstoffabrieken worden gebouwd, en dan zijn er ook nog leidingen nodig om die waterstof naar de bedrijven te transporteren. Dat alles kunnen bedrijven niet alleen. Daarvoor is intensieve samenwerking tussen ketenpartners nodig. En niet te vergeten, het vraagt om een lange adem. Daarvoor is een betrouwbare overheid met een stabiel beleid nodig.’ 

Vastlegging van data 

Emissiereductie is in de industrie een onderwerp dat zeker hoog op de agenda staat, zo concludeert Kemps. ‘Niet alleen omdat het moet, ook omdat het kansen biedt. Denk aan kostenbesparingen, versterking van het eigen merk en nieuwe marktkansen. Vaak ook gebeurt er al veel meer dan bedrijven naar buiten toe communiceren. Met name familiebedrijven zijn daarin vaak te bescheiden. Ze profileren zich niet als een duurzaam bedrijf, terwijl ze intussen de E, de S en de G van ESG allang hebben vormgegeven. Maar uiteindelijk zullen ook deze bedrijven hun verduurzaming inzichtelijk moeten maken middels verslaglegging en publicatie van data. Daar is geen ontkomen aan.’ 

‘We voelen ons net missionarissen’

Het Nederlandse familiebedrijf Royal LC Packaging heeft alle emissies binnen de waardeketen in kaart gebracht. Grip op emissiereductie is er. Nu ligt er de uitdaging om klanten mee te krijgen. ‘Een uitdaging van formaat’, zegt head of sustainability Lotte Mastwijk.

Plastic, jute en karton. Dat zijn de materialen waar LC Packaging grootverpakkingen van maakt en inkoopt. Het familiebedrijf, dat een omzet heeft van ruim 200 miljoen euro en in vijftien landen opereert, heeft zich altijd al bekommerd om de omgeving en continuïteit van de onderneming. ‘Dat zit in ons DNA’, zegt Mastwijk.

Vijftig procent reductie

Het bedrijf kent drie duurzame hoofdthema’s: leefbare lonen in de toeleveringsketen, circulaire economie en klimaatactie. Mastwijk: ‘In 2030 willen we ten opzichte van 2021 vijftig procent emissiereductie hebben gerealiseerd in onze volledige waardeketen. Nu er steeds meer wetgeving komt op het gebied van circulariteit en emissiereductie, zijn we blij dat we hier al een start mee hebben gemaakt. Plastic verpakkingen moeten bijvoorbeeld recyclebaar en in sommige gevallen ook herbruikbaar worden en sommige verpakkingen mogen simpelweg niet meer. Hoeveel we hiermee jaarlijks besparen, kunnen we nu nog niet zeggen. Onze klanten moeten die verpakking eerst afnemen. Eind dit jaar weten we meer.’

Uitstoot in de keten

Een gedegen klimaatstrategie moet LC Packaging helpen om die vijftig procent te realiseren. Mastwijk: ‘We hebben alle emissies van het begin tot het eind in onze waardeketen in kaart gebracht. Daar zijn we een jaar mee bezig geweest. We zagen toen dat 97 procent van onze emissies niet door de eigen operatie wordt beïnvloed, maar door de waardeketen. En 75 procent van de emissies wordt veroorzaakt door de materialen die we gebruiken en de productieprocessen.’

Materiaalkeuze

De tweede grote bron van emissies blijkt de niet-recyclebaarheid te zijn van de producten. Mastwijk: ‘Materiaalkeuze en design zijn dus enorm belangrijk om die footprint omlaag te krijgen. Per productcategorie hebben we een strategie opgesteld om die materiaalkeuze en het design aan te passen. We hebben hiervoor speciaal een R&D-afdeling opgezet.’

Klanten meekrijgen

Nu klanten nog meekrijgen in het verhaal. Want door alle investeringen in duurzamer materiaal worden de verpakkingen soms in eerste instantie een stukje duurder. Mastwijk: ‘We voelen ons soms net missionarissen, want de boodschap landt niet altijd even snel. Het blijkt een enorme uitdaging om klanten hierin mee te nemen. Slechts twintig procent van onze klanten zegt “ja” tegen de duurzamere versies van de verpakkingen. Dat percentage moet natuurlijk omhoog. We verwachten ook dat dat gebeurt. Wet- en regelgeving op dit gebied rukt tenslotte op en dat betekent dat duurzamere verpakkingskeuzes juist goedkoper worden. Maar vooralsnog kiezen veel klanten niet vanzelfsprekend voor duurzaamheid. Een tip voor andere ondernemers is dan ook: investeer, zet duidelijke targets, monitor en heb vooral een lange adem.’

 

Deel op social media