‘In de bouw moet de CO₂-uitstoot omlaag, maar de productie omhoog’
De bouwsector staat voor een flinke uitdaging nu de EU eist dat landen hun broeikasgassen in 2030 met 55 procent hebben teruggebracht ten opzichte van 1990. Want kent Nederland een oplopend tekort aan woningen en een flinke vervangingsopgave in de infrastructuur. ‘Dat zet een dubbele druk op de bouw: verduurzamen, maar ook de productiviteit opvoeren’, zegt Leontien de Waal, sector banker Bouw bij ABN AMRO.
Voor bouwondernemingen betekent de Europese klimaatdoelstelling vooral dat ze minder en schoner geproduceerde materialen en minder fossiele brandstoffen moeten gaan gebruiken. ‘Maar de vraag naar nieuwbouw en verduurzaming van woningen, gebouwen en infrastructuur neemt alleen maar toe, dus moeten we heel anders gaan bouwen’, zegt Leontien de Waal. Als sector banker Bouw bij ABN AMRO volgt zij de belangrijkste trends en ontwikkelingen in de gebouwde omgeving en is ze een klankbord voor ondernemers en investeerders.
Gefragmenteerde sector
De uitdaging om te verduurzamen is dan ook groot voor bedrijven in deze sector. De Waal: ‘Temeer omdat de bouwsector enorm gefragmenteerd is. Het bouwproces kent veel verschillende stappen en specialismen. Van betonproducenten tot installateurs, van weg- en waterbouwaannemers tot en met utiliteitsbouwers. Voor al die specialismen is het een uitdaging om fossiele brandstoffen en materiaalgebruik te reduceren, omdat alternatieven nog niet altijd voorhanden of te duur zijn.’
Verschuiving van emissies
Als we het hebben over verduurzaming van de bouw, moeten we volgens De Waal ook rekening houden met een verschuiving van emissies tijdens én na de bouw. De Waal: ‘We weten dat er veel meer CO₂-uitstoot vrijkomt tijdens de jaren dat een gebouw in gebruik is, dan tijdens de bouw ervan. Maar dat gaat veranderen. Volgens de Europese Richtlijn energieprestaties van gebouwen (EPBD 4, red.) moeten nieuwe gebouwen namelijk in toenemende mate emissieloos worden opgeleverd.’
Netcongestie
Een specifieke uitdaging bij verduurzaming van de bedrijfsvoering is netcongestie. De Waal: ‘Er is file op het elektriciteitsnet op piekmomenten. Niet alleen biedt dat uitdagingen voor de bouwplaatsen zelf, ook nieuwe laadinfra, kantoorpanden, scholen en woningen krijgen steeds vaker geen elektriciteitsaansluiting. De bouwsector heeft dan een probleem, omdat ze de wens van een opdrachtgever niet in vervulling kan laten gaan. Dit geldt ook voor verduurzamingswerkzaamheden aan woningen en gebouwen, waarbij elektrificatie een grote rol speelt.’
Lange waardeketen
Verder zit de relatief lange waardeketen een snelle reductie van uitstoot in de weg. De Waal: ‘De waardeketen in de bouw is lang en complex. Het in kaart brengen van scope 3, ofwel de CO₂-uitstoot die verderop in de keten tot stand komt, is dan ook een complexe exercitie. Ook moeten alle bouwpartners willen meewerken aan reductie-initiatieven. Daarom is samenwerking en afstemming over de wijze waarop informatie wordt vastgelegd binnen de keten ook zo belangrijk. En dat gebeurt ook.’
De Waal doelt hiermee onder meer op het Betonakkoord. ‘Hierin hebben zo’n tachtig ketenpartners in de betonsector afspraken gemaakt over welke doelen en ambities ze willen realiseren op het gebied van CO₂-reductie en milieu-impact. Zo’n samenwerking versterkt de innovatiekracht. Ook dat kan weer helpen om verder te verduurzamen.’
0,5 miljard kilo CO2
Dat het terugdringen van emissies lastig is in de bouw, blijkt ook uit de cijfers. De Waal: ‘In het bouwproces daalde de uitstoot van 0,8 miljard kilo CO2 in 2012 naar 0,5 miljard kilo CO2 in 2022. De Waal: ‘Dat klinkt als heel wat, maar we hebben het hier alleen over de uitvoerende bouw en nog niet over de producenten van bouwmaterialen.’ Volgens de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs moet de uitstoot van broeikasgassen in de bouw in 2030 55 procent lager zijn dan in 1990. De Waal: ‘En in 2022 zaten we nog op ongeveer hetzelfde niveau als in 1990. Dat betekent dat we nu gemiddeld minimaal zes procent per jaar moeten reduceren. En dat terwijl er steeds meer gebouwd, gerenoveerd en vervangen moet worden.’
Sectoreconoom Paul Bisschop over het mkb
Ook mkb-bedrijven in de bouw voelen steeds meer druk om te verduurzamen. Paul Bisschop, sectoreconoom bij ABN AMRO, vertelt hoe dat komt en waar nog kansen liggen.
Stappen voorwaarts
Ondanks de vele uitdagingen hebben ook bedrijven in de bouw inmiddels de nodige stappen voorwaarts gezet. De Waal: ‘Er gebeurt ook heel veel moois in de bouw als het gaat om verduurzamen van de bedrijfsvoering. Veel licht materieel dat aanvankelijk door diesel werd aangedreven is nu bijvoorbeeld elektrisch. Bouwondernemers maken daarnaast steeds meer gebruik van hout, CO₂-armer beton en bijvoorbeeld biobased asfalt.’
Ontwerpfase
Maar het zijn geen wondermiddelen voor de bouw op weg naar Net Zero. Daar is meer voor nodig. De Waal: ‘Er gebéúrt ook meer. Zo wordt er bij het ontwerp van bouwwerken steeds vaker rekening gehouden met de CO₂-uitstoot van het productieproces en kiezen bedrijven voor andere materialen of schonere manieren van transport. ’Ook maken bedrijven steeds vaker gebruik van HVO, ofwel biodiesel en onderzoeken ze de mogelijkheden van waterstof voor transportmiddelen. Je hoeft als bedrijf ook niet altijd al het materieel in eigendom te hebben, je kunt het ook huren vanuit bijvoorbeeld een deelplatform. Ook dat is duurzaam.’
‘We zien steeds meer prefab-oplossingen in combinatie met modulair bouwen. Prefab zorgt voor minder afval tijdens de productie en kan transportbewegingen van en naar de bouwplaats sterk reduceren. Doordat we ook meer modulair gaan bouwen, worden gebouwen en infrawerken minder een monoliet. Je kunt eenvoudiger onderdelen, zoals installaties en betonnen liggers, vervangen. Zo wordt sloop en verspilling van grondstoffen en materialen voorkomen.’
Niet alleen sturen op spreadsheets
Net als andere sectoren heeft ook de bouw te maken een opeenstapeling van wet- en regelgeving die verduurzaming moet stimuleren. De Waal: ‘Wetgeving kan wel degelijk zorgen voor versnelling, maar we moeten ook oppassen dat bedrijven niet alleen maar bezig zijn met de administratie van duurzaamheid en aan daadwerkelijk verbeteren en vernieuwen niet meer toe komen.’
De grote hoeveelheid regels maakt ook dat bouwbedrijven soms klem komen te zitten tussen wat er volgens de ene regel wel en volgens de andere juist niet mag. De Waal: ‘Scoort een gebouw goed op de BENG-normen (Bijna EnergieNeutraal Gebouwen, red.), dan kan het tegelijkertijd minder scoren op bijvoorbeeld de MPG (MilieuPrestatie Gebouwen, red.) De MPG geeft aan wat de milieubelasting is van de gebruikte materialen en moet voor nieuwe woningen en kantoorgebouwen onder een bepaalde grenswaarde blijven.’
CO₂-budget raakt op
Intussen tikt de klok door. Onderzoekbureaus becijferden al dat als we de manier waarop we woningen, gebouwen en infrastructuur realiseren niet veranderen, de bouw al in 2026 een zogenaamd CO₂-budget overschrijdt. Hiermee draagt de sector bij aan de opwarming van de aarde met meer dan anderhalve graad. De Waal: ‘Dit komt al snel dichterbij. De uitstoot van koplopers daalt snel, maar echt grootschalig gebruik van emissieloos materieel, reductie van energieverbruik bij de productie van bouwmaterialen en een flinke omslag van fossiele naar meer circulaire en biobased materialen is nog geen gemeengoed in de bouw.’
Anders en beter samenwerken
De technologie en kennis zijn er al om uitstoot van CO₂ versneld terug te brengen. Veel vaker moet de versnelling komen van sociale en organisatorische factoren. ‘Het gaat om gedragsverandering en dienend leiderschap waarbij leiders de belangen van het grotere doel op de eerste plaats zetten’, zegt De Waal. Met andere woorden: bouwondernemingen en opdrachtgevers moeten anders en beter samenwerken, intern en met ketenpartners. Samen kom je sneller tot nieuwe oplossingen en businessmodellen. Dan kan ook deze sector de weg naar Net Zero verder afleggen.’
‘Waar het echt om draait is gedragsverandering’
Bouwconcern Dura Vermeer neemt geen halve maatregelen als het gaat om verduurzamen. ‘De vrijblijvendheid moet ervan af. We willen met een vergaande Net Zero-strategie het systeem veranderen’, aldus Lizzy Butink, landelijk manager Duurzaamheid bij Dura Vermeer.‘Alle werkmaatschappijen van Dura Vermeer hebben een verantwoordelijkheid om bij te dragen aan onze ambitie om onze CO2-uitstoot met vijftig procent in 2030 en in 2050 zelfs met minimaal negentig procent te reduceren’, zegt Butink. ‘Het gaat daarbij niet alleen over het eigen verbruik van bijvoorbeeld gas en de afname van elektriciteit via het net, maar voornamelijk over de emissies van alles wat we bouwen en daarmee de uitstoot van de partijen in onze keten.’
Gedragsverandering
De afdeling van Butink heeft in 2022 in kaart gebracht waar de ‘CO2-pijn’ precies zit. Butink: ‘Binnen de Divisie Bouw en Vastgoed weten we dat vijftig procent van onze uitstoot voortkomt uit materialen, waarvan 38 procent beton. De andere helft van de uitstoot is afkomstig van het energieverbruik van onze gebouwen.’ Dura Vermeer heeft vanaf dat moment de focus gelegd op de grootste impact die het bedrijf zelf kan maken. Butink: ‘Dan komen we voornamelijk uit bij materiaalkeuze. Technologisch gezien kan vrijwel alles. Financieel gezien is er ook meer mogelijk dan we dachten. Waar het echt om draait is gedragsverandering. We moeten met elkaar – medewerkers, collega-bedrijven, klanten en leveranciers – anders leren denken en doen.’
Biobased materialen
Dura Vermeer zet grote stappen op het gebied van verduurzaming van bestaande bouwmaterialen als beton en staal. Butink: ‘We schuiven daarnaast op naar toepassing van meer houtbouw en andere biobased materialen. Impactvolle stappen zijn onze nieuwe conceptwoning AER die vanuit een biobased-principe is ontworpen en de vergaande elektrificering van ons materieelpark.’ We hebben daarnaast besloten om de casco’s van eengezinswoningen alleen nog maar met CO2-arm beton te gaan bouwen.
Mensenwerk
Dat resulteert in een reductie van 25 procent ten opzichte van 2022. Voor onze leveranciers is het belangrijk om verzekerd te zijn van duurzame orders. Dat maakt het rendabel om hierin te investeren. Zo veranderen we letterlijk het systeem. Verduurzaming is mensenwerk. Als we willen versnellen moeten we dat met elkaar doen.’