Direct naar het hoofdmenu Direct naar de content
Dit artikel wordt u aangeboden door Rabobank
De redactie van Het Financieele Dagblad draagt voor deze inhoud geen verantwoordelijkheid.

7 vraagstukken over internationaal ondernemen beantwoord  

Wie internationaal wil ondernemen komt meer tegen dan alleen geografische grenzen. Denk aan culturele verschillen, maar ook aan financieringsuitdagingen en bedrijfsrisico’s zoals valutaschommelingen. Hoe bereid je je als ondernemer voor op zakendoen in het buitenland? Rabobank formuleerde zeven vraagstukken waar ondernemers mee aan de slag kunnen.  

Internationaal zakendoen opent de deur naar een wereld vol kansen. Het zorgt voor een nieuw klantbereik, kostenefficiëntie en het verkrijgen van waardevolle grondstoffen. De stap naar internationaal ondernemen gaat verder dan alleen het oversteken van geografische grenzen. Het brengt nieuwe uitdagingen met zich mee, zoals omgaan met culturele verschillen. Andere lokale gebruiken en gewoontes vragen om aanpassingsvermogen. Alleen zo kunnen succesvolle relaties met buitenlandse partners, leveranciers en klanten opgebouwd worden. Maar er zijn meer vraagstukken waar je als ondernemer in het buitenland mee te maken krijgt: van bedrijfsrisico’s zoals valutaschommelingen en schade tot financieringsuitdagingen.  

Zeven antwoorden op zeven vragen 

Rabobank ondersteunt jaarlijks duizenden Nederlandse bedrijven die internationaal zakendoen, van mkb’ers tot beursgenoteerde ondernemingen. Zowel in de sector Food & Agri als de sectoren Handel, Industrie en Dienstverlening. Uit deze ervaring komt naar voren dat er zeven concrete vraagstukken zijn die ondernemers zichzelf kunnen stellen wanneer ze internationaal zaken willen doen. Deze uitdagingen worden hieronder toegelicht, inclusief praktische tips.   

1. Waar is informatie over andere markten te vinden?  

Of het nu gaat over productie in China, onderdelen importeren uit de Verenigde Staten of een GmbH in Duitsland optuigen (het equivalent van een bv), stap één is informatie vergaren. Met ruim 600 kantoren over de grens en International Desks in onder andere België, Duitsland, het VK, China, de VS, Australië en Nieuw-Zeeland, ondersteunt Rabobank ondernemers in alle sectoren en bedrijfsgroottes. In Utrecht zit bovendien een International Desk die kan helpen met vragen over ondernemen in Afrika. De medewerkers van al deze Desks hebben kennis van de lokale markt en kunnen Nederlandse bedrijven ondersteunen met advies, het uitbreiden van hun netwerk, financieringen en bankgaranties.  

In Nederland zijn er partijen, zoals de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de Kamer van Koophandel, die informatie bieden over internationaal ondernemen. Ook het bezoeken van handelsmissies en beurzen kan zorgen voor waardevolle contacten en inzicht in specifieke markten.  

2. Welke uitdagingen zijn er met betrekking tot het importeren van goederen? 

Succesvol importeren staat of valt met een grondige voorbereiding, samenwerking met de juiste partners en de wetgeving begrijpen. Als ondernemer kun je de volgende uitdagingen tegenkomen:  

  • Douaneregels: navigeren door douanewetgeving kan complex zijn. Er zijn verschillende regelingen voor tijdelijke invoer, definitieve invoer, doorvoer en goederen die specifieke controles vereisen. Denk hierbij aan voedingsmiddelen en chemische producten.  
  • Invoerrechten: dit zijn de belastingen die door de douane worden geheven op de goederen die worden geïmporteerd. Het systeem dat de Wereld Douane Organisatie hiervoor heeft ontwikkeld, het Geharmoniseerd Systeem (GS), heeft producten in codes opgedeeld. Deze codes zijn weer gekoppeld aan een tarief voor invoerrechten.  
  • Logistieke uitdagingen: hier komen vragen kijken als: vindt de import plaats per vliegtuig of per schip? En wat te doen met eventuele vertraging of schade? De keuzes voor het organiseren van transport en de juiste verzendmethode zijn complex. Het kan daarom helpen om samen te werken met een ervaren expediteur of logistiek partner die de markt kent. Ook het verzekeren van de goederen tijdens het transport is essentieel.  
  • International Commercial Terms (Incoterms): in deze internationaal erkende standaard staan de rechten en plichten van kopers en verkopers bij internationale handelstransacties gespecificeerd. Deze afspraken bepalen wie verantwoordelijk is voor vervoer, verzekeringen, vergunningen en douaneverplichtingen. Een voorbeeld van een Incoterm is Free On Board (FOB): de verkoper is verantwoordelijk tot het moment dat de goederen op het schip zijn, de koper regelt, betaalt en verzekert het transport over zee. Het is belangrijk om te weten dat Incoterms niet alles regelen. Zaken zoals de prijs van goederen, betalingsvoorwaarden en gevolgen van contractbreuk zijn weer onderdeel van het koopcontract.  

3. Wat zijn valutarisico’s en hoe zijn ze af te dekken? 

Wie in het buitenland zakendoet in een andere valuta dan de euro, krijgt te maken met valutarisico’s. Deze ontstaan door schommelingen in de wisselkoers tussen twee verschillende valuta’s. Een Nederlandse ondernemer importeert bijvoorbeeld uit de Verenigde Staten en spreekt bij de onderhandeling af om te betalen in dollars. Enkele weken later – op het moment dat betaald moet worden – blijkt dat de waarde van de euro is gezakt. In dit geval moet de ondernemer meer betalen voor de dollar dan oorspronkelijk gepland was. Andersom is natuurlijk ook mogelijk, in dat geval is de importerende partij goedkoper uit.  

Valutaschommelingen kunnen financiële risico’s met zich meebrengen. Rabobank biedt met Rabo Easy FX een digitaal platform dat ondernemers in staat stelt zelf valutarisico’s te beheren. Dit geeft direct inzicht in lopende posities en bespaart tijd op valutarisicomanagement. Dit zorgt ervoor dat ondernemers snel kunnen handelen. Een andere mogelijkheid om valutarisico’s te managen is om de wisselkoers voor toekomstige transacties in een termijncontract vast te leggen. Of kies voor een valutaoptie: deze biedt het recht om een valuta op een vooraf bepaald moment om te wisselen tegen een vooraf bepaalde koers. Deze optie wordt alleen verzilverd als de koers na het afsluiten is verslechterd.  

4. Met welke betalingsrisico’s moet rekening worden gehouden? 

Naast valutarisico’s is het belangrijk rekening te houden met betalingsrisico’s bij internationaal zakendoen. Zo kan een langere betalingstermijn risico’s opleveren voor de cashflow. Een gemiddelde termijn voor Duitsland is bijvoorbeeld 30 tot 60 dagen, terwijl dit voor Spanje tussen de 60 en 90 dagen ligt.  

Het kan natuurlijk óók gebeuren dat een factuur helemaal niet wordt betaald. Dit risico kan vooraf afgedekt worden door klanten te vragen vooruit te betalen. Een documentair krediet (Letter of Credit of L/C) kan een alternatieve optie zijn. In dit geval staat de bank van het bedrijf waarmee zaken wordt gedaan garant voor de betaling. Wanneer de afnemer de rekening niet betaalt, zal de bank ervoor zorgen dat de betaling wordt voldaan. Dit kan internationale ondernemers extra zekerheid bieden.  

5. Kan internationaal ondernemen gefinancierd worden? 

Een financiering om een dochteronderneming in het buitenland op te richten, kan ingewikkeld zijn. Gelukkig zijn er opties. Volgens Bob Meijer, Manager International Business Advisory bij Rabobank, heeft Rabobank een onderscheidende propositie voor Nederlandse ondernemers in de midcorporate markt. ‘Wat ons uniek maakt is de combinatie van gestandaardiseerde financieringsoplossingen voor 13 landen, lease-oplossingen in meer dan 25 landen en Internationale Desks op 6 locaties wereldwijd.’ Bij gestandaardiseerde financieringsoplossingen wordt de omzet van de dochteronderneming in het betreffende land meegerekend bij de financieringsaanvraag. De kosten voor klanten blijven relatief laag, omdat financieringen voor de eerdergenoemde 13 landen op documentatie van Rabobank aangeboden kan worden. Bastiaan van Wijnen, International Business Manager bij Rabobank: ‘We zijn niet alleen sterk in Nederland, maar juist ook daarbuiten. Zo vinden we vaak een gepaste financieringsoplossing voor de internationale duurzame groeiambities van onze klanten.’  

Ook leasen in het buitenland is een mogelijkheid, bijvoorbeeld voor nieuwe bedrijfsmiddelen die niet in Nederland komen te staan. Bij lease hoeft een bedrijfsmiddel niet direct afgerekend te worden, terwijl er wel direct beschikking is over het bedrijfsmiddel. De klant betaalt hiervoor wel een maandelijks bedrag en zo nodig een start- en slottermijn. Rudy Scheffer is net als Van Wijnen International Business Manager en geeft over internationaal leasen aan: ‘Samen met dochteronderneming DLL biedt Rabobank lease-oplossingen voor Nederlandse ondernemers in maar liefst meer dan 25 landen.’ Hierbij gaat het om zowel standaardoplossingen als maatwerk.’ 

Klaar voor de start 

Ben je klaar om internationaal te gaan ondernemen of wil je sparren over verdere uitbreiding naar het buitenland? Een accountmanager van Rabobank – dit wordt direct je vaste aanspreekpunt – gaat graag met je in gesprek over je internationale plannen. Maak direct een afspraak.

6. Een buitenlandse entiteit oprichten – hoe werkt dat? 

Een dochteronderneming in het buitenland oprichten is niet zomaar geregeld. Met onderstaand achtstappenplan krijg je als ondernemer meer inzicht in wat er op hoofdlijnen geregeld moet worden:  

  • Kies een juridische structuur die past bij het reeds bestaande bedrijf en de bijbehorende risico’s. Let op de registratievormen van het desbetreffende land. Registreer de onderneming bij de lokale autoriteiten. Vaak betekent dit een inschrijving in het handelsregister en het verkrijgen van een licentie.  
  • Open een bankrekening en maak een gedetailleerde begroting.  
  • Sluit indien nodig een financiering af voor eventuele investeringen (capex).  
  • Maak de onderneming bekend bij de belastingdienst van het desbetreffende land.  
  • Controleer of de bedrijfsactiviteiten van de onderneming voldoen aan de lokale wet- en regelgeving, arbeidswetten en milieuvoorschriften.  
  • Bescherm de merken, patenten en auteursrechten in het buitenland.  
  • Sluit de nodige verzekeringen af om operationele en juridische risico’s af te dekken.  

Een buitenlandse dochteronderneming oprichten vereist een grondige voorbereiding en deskundig advies. Het is daarom verstandig samen te werken met lokale adviseurs, zoals juristen, accountants en consultants. Medewerkers van de International Desks van Rabobank kunnen daarnaast ook helpen.  

7. Met welke geografische risico’s moet rekening worden gehouden? 

De geografische risico’s zijn afhankelijk van de locatie en de aard van de bedrijfsactiviteiten. Voorbeelden van deze risico’s zijn natuurrampen, economische instabiliteit, gebrekkige infrastructuur, conflicten en politieke onrust. Deze risico’s kunnen je handel verstoren en gevaar opleveren voor het personeel. Met name over het laatste onderwerp stellen ondernemers vragen aan Rabobank. Edwin Strijk, International Business Manager, is expert op dit gebied en geeft aan: ‘Door toegenomen internationale regelgeving worden onderwerpen als sancties, anti-witwassen, het tegengaan van terrorismefinanciering en corruptierisico’s steeds belangrijker. Bedrijven willen dan weten of internationale sancties van toepassingen zijn op het land of de beoogde zakenpartner.’  

Dat internationaal ondernemen risico’s met zich meebrengt, staat vast. Het biedt ook veel mogelijkheden. Conclusie? Zakendoen over de grens valt of staat met grondige voorbereiding en de juiste kennis.  

Download het whitepaper

Heb je behoefte aan aanvullende informatie over internationaal ondernemen?

Deel op social media